
BBQ Pulled Pork: zo maak je het zelf
Pulled pork is een echte BBQ-klassieker. Sappig vlees dat uit elkaar valt, een rokerige smaak en een lekker gekruide buitenkant. Het maken kost wat tijd, maar dat is het meer dan waard. In dit blog laten we je stap voor stap zien hoe je zelf pulled pork bereidt op de BBQ – van voorbereiding tot serveren in een broodje of wrap.
1. Kies het juiste vlees
Pulled pork maak je van procureur, ook wel varkensnek genoemd. Dit stuk vlees heeft genoeg vet en bindweefsel om tijdens het lange garen lekker mals te worden. Laat het bij voorkeur in één stuk en vraag je slager om een mooi egaal stuk.
2. Breng het op smaak met een goede rub
Gebruik een droge kruidenmix (rub) om het vlees op smaak te brengen. Je kunt zelf een rub maken van o.a. bruine suiker, zout, uienpoeder, paprika en een beetje pit. Of kies een kant-en-klare rub zoals:
Wrijf het vlees royaal in met de rub en laat het bij voorkeur een nacht in de koelkast rusten. Geen tijd? Een uurtje is ook prima.
3. Bereid je BBQ voor
Stel je BBQ of kamado in op indirect garen bij een temperatuur van 110–120 °C. Voeg een paar rookchunks toe (bijvoorbeeld appel of hickory) voor extra smaak. Deze geven lang rook af, wat perfect is voor een lange sessie.
4. Roken en langzaam garen
Leg het vlees op het rooster, weg van de directe hitte. Gaar het langzaam tot een kerntemperatuur van 70 °C. Dit duurt een paar uur. Daarna pak je het in met aluminiumfolie of butcher paper, samen met een scheutje appelsap of appelciderazijn om het vlees sappig te houden.
Laat het doorgaren tot ongeveer 92–95 °C. Controleer of het vlees overal zacht aanvoelt door er op meerdere plekken in te prikken.
5. Rusten en ‘pullen’
Als het vlees gaar is, laat je het eerst 15 minuten open liggen om iets af te koelen. Daarna pak je het weer in en laat je het 45 minuten rusten. Dit helpt om de sappen goed te verdelen.
Daarna kun je het vlees uit elkaar trekken met vorken of meat claws. Meng het eventueel met een beetje BBQ-saus naar smaak.
Serveer je pulled pork zo
- Op een zacht broodje met coleslaw
- Met frietjes en een frisse salade
- Als topping op nacho’s of in een wrap
Stap-voor-stap checklist voor de lekkerste pulled pork:
✅ Procureur kiezen
✅ Rub aanbrengen en laten intrekken
✅ BBQ instellen op indirecte hitte (110–120 °C)
✅ Rookhout toevoegen
✅ Garen tot 70 °C en daarna inpakken
✅ Doorgaren tot ± 92–95 °C
✅ Laten rusten
✅ Vlees uit elkaar trekken
✅ Serveren
Veelgestelde vragen
Wat is de ideale kerntemperatuur?
Tussen de 92 en 95 °C. Dan valt het vlees vanzelf uit elkaar. Check met een thermometer of het de juiste temperatuur heeft.
Hoelang duurt het?
Afhankelijk van de grootte duurt het tussen de 8 en 12 uur. Houd je temperatuur goed in de gaten.
Kan ik het ook in een slowcooker maken?
Ja, maar dan mis je wel de echte rooksmaak. Eventueel kun je wat vloeibare rook toevoegen.
Welke rookhout is geschikt?
Appel, hickory, eik of kersenhout zijn populaire keuzes. Gebruik chunks in plaats van snippers voor langere rookontwikkeling.
Hoe voorkom ik dat het droog wordt?
Pak het in zodra het de ‘stall’ bereikt (rond 70 °C) en voeg een beetje vloeistof toe. Laat het daarna goed rusten.
Zelf aan de slag?
Pulled pork is een mooi project voor een vrije dag. En als je het vaker doet, wordt het steeds makkelijker. Wil je tips en begeleiding? Tijdens onze BBQ-workshops leer je precies hoe je dit soort low & slow BBQ-gerechten maakt – inclusief temperatuurbeheersing, rubs en rooktechnieken.